Lieve mensen,

 

Terwijl de meeste wind langs ons huis heenwaait en de meeste regen naast ons valt, zit ik hier even op mijn kamer te bedenken wat ik nu zal schrijven. Het moet niet te somber. Dat is niet zo bevordelijk voor de stemming van de lezer. Maar het mag wel realistisch. Het is immers zoals het is. Het lijkt wel of er weinig anders te horen is dan dat mensen erg ziek worden of wegzakken in depressieve buien en relaties moeizaam verlopen. En als je er gevoelig voor bent, zak je zomaar mee naar beneden. Voor het evenwicht is het goed te zeggen dat er ook goed positief nieuws is: een goede uitslag, een zwangerschap, iemand die je ziet, een nieuwe liefde, de zon tussen de buien door.

Het nieuwe jaar is onstuimig begonnen. En zoals ik vorige week al schreef: de oude thema’s van haat en bitterheid komen opnieuw op ons af. Dan denk ik aan de aanslagen van vorige week in Parijs, een vliegtuig dat neerstortte in de zee, de vreselijke moorden in Baga (Nigeria), onenigheid in de huiskamer, en nog veel meer. Dat het ons raakt, drukken mensen uit met de leus ‘je suis Charlie’. Dat is wel een mooie expressie van gevoelens, maar lijkt ook weer mode te worden. Het verbindt, maar vervreemdt ook. Je gaat zomaar op in een zee van gezichten. Je hoeft niet iemand anders te zijn om waardevolle signalen af te geven. Maak op je eigen manier en jouw plaats het verschil in spreken, in doen en in toewijding.

Donderdag is het vijftien januari. Dit is de geboortedag van mijn vader. Wanneer hij nog zou leven, zou hij nu 88 jaar geworden zijn. Ik denk nog met regelmaat terug aan wie hij was. En als ik in de spiegel kijk, dan lijk ik meer op hem dan ik ooit gedacht of gewild had. En wanneer we op de Veluwe zijn, zeggen mensen: precies Gerard. Ach, dat vind ik nu ook wel weer mooi. Mijn vader hield van het leven, van mensen, zijn kleinkinderen en had een zwak voor mensen met zorgen. Pastoraal was hij oprecht met mensen bewogen. Bovendien hield hij van de Heer. Met overtuiging en toewijding gaf hij zijn leven in dienst van de Heer. Toen hij ziek werd, was het winter. De laatste week van zijn leven vroeg hij bijna elke dag: is het al maart? Ik heb nooit goed begrepen waarom hij dat vroeg. O, ja hij hield van het voorjaar en van nieuw leven en er waren vele verjaardagen in maart, maar dat was het niet. Wanneer we aan hem vroegen waarom hij wilde weten of het al maart was, gaf hij geen antwoord. Wonderlijk dat hij op de eerste dag van maart stierf. Zelf zou hij gezegd hebben: bevorderd tot heerlijkheid. Nadat hij alles en iedereen had losgelaten en vrede gevonden had met zijn naderen dood (en dat is een heel proces), verlangde hij om naar God te gaan, in de volle overtuiging dat het mooiste deel nog moest komen.

Bij mijzelf merk ik meer en meer dat ik meer terugdenk aan mensen van voorbij. Met het ritueel om een kaarsje voor iemand aan te steken die overleden is, ben ik wat minder vertrouwd. Maar het heeft wel iets heel moois! Tijd nemen om terugdenken aan die geliefde en het licht nog even over zijn of haar leven laten vallen. Misschien denkt u nu zelf ook aan iemand van heel dichtbij die overleden is. Goed om even stil te staan en te herinneren. Probeer iets moois van die persoon in uw herinnering binnen te laten en vraag je af wat dat kan bijdragen aan uw leven vandaag. Dat is ook weer helend en helpend op de toch al zo drukke en gehaaste snelweg van ons leven.

Ik sluit graag af met de volgende woorden van Jezus: Ik ben het licht van de wereld, wie in Mij gelooft, zal niet in de duisternis zijn.

Ik wens u een goede week!
ds. Wouter
Te volgen op Twitter @wouterschraven