Lieve mensen,

 

Gisterenmorgen sloot ik de verkondiging af met twee vragen. Een van die vragen wil ik hier nog graag even herhalen om nog wat over door te denken. Die vraag was ‘wat mag ik omarmen om dichter bij het Kerstkind te komen’. Ik kan voor u geen antwoord geven. Dat is ook weer het aardige van een preek. Een preek wil iets in gang zetten. De verkondiging wil bemoedigen, vertroosten en corrigeren, maar u mag de preek zelf afmaken en in praktijk brengen. Wat mag ik omarmen? Voor mijzelf betekent dit nu ‘goede woorden zeggen’. Daar wil ik me deze tweede adventsweek op toeleggen. Negatieve woorden wil ik graag loslaten, laten gaan en geen toestemming geven om een plaats in mijn hart te veroveren. Daar hebben ze geen recht op want ik ben van de Goede God en het Levende Woord. Goede woorden omarmen en koesteren kan dan betekenen dat ik ze opzoek, lees, overdenk, maar ook dat ik ze weer doorgeef aan de ander en tot leven laat komen.

Woorden hebben kracht. Boze woorden werken destructief. Ze vernietigen je hart en je ziel. Ze brengen een donker gat waar je in weg kan zakken als in een depressie. Liefdevolle woorden zijn constructief. Ze herbouwen je hart en versterken je ziel. Ze brengen licht om in te wonen en je aan te verwarmen. Woorden van vrede klinken in de tijd van Advent. In de voormalige DDR was de profetie uit Jesaja twee, waar staat ‘zij zullen hun zwaarden omsmeden tot ploegscharen’ veboden. Dat was omdat deze visionaire woorden de machthebbers angst aanjoegen. Woorden van vrede zijn sterker dan de tanks van het leger. Nog even en dan zingen we weer ‘vrede op aarde’ en ‘in de mensen een welbehagen’. Heeft het zin om deze woorden elk jaar weer te zingen? Ik denk van wel. Ze richten ons hart op onze roeping: vredestichters zijn. En bovendien, zo is het maar net: God heeft behagen in de mens! Dat is mooi. Dat klinkt goed. Een goed woord is het halve werk.

Aanstaande zaterdag in alle vroegte vertrekken we met een groep van acht mensen uit onze kerk naar Kelementelke. Dit is een klein dorpje in Transsylvanië in Roemenie. Transsylvanië is een prachtige streek en was tot 1918 deel van Hongarije. Onder protest werd het na de Eerste Wereldoorlog ‘geschonken’ aan Roemenië. Vele decennia is er sprake geweest van ernstige onderdrukking van de Hongaren door de Roemenen. Na de revolutie van 1989 en de val van het rijk van dictator Ceasescu is daar verbetering in gekomen. Toch lijdt het gehele land nog steeds onder de gevolgen van corruptie, uitbuiting en onderdrukking. Een groot deel van de bevolking leeft ver onder de armoedegrens.

Wat gaan we hier doen? Als gemeente hebben we besloten om een contact met kerk van Kelementelke aan te gaan. Het is een geloofsgemeenschap van ongeveer 500 mensen. De predikant heet Attila. Ik ken hem van eerdere bezoeken aan Roemenië. Als groep zien we uit naar de ontmoeting met het dorp waar verreweg de meeste mensen bij de kerk horen. De Hongaren zijn buitengewoon gastvrije mensen. We hebben begrepen dat velen in het dorp zich hebben aangemeld als gastgezin, maar we kunnen niet overal slapen, wellicht hier en daar een maaltijd. Want het lijkt ons wel goed om veel mensen te ontmoeten om een beeld te krijgen van het dorp. Het gemeste dorpsvarken zal er vandaag of morgen wel aangaan. Zondagmorgen zullen we daar de dienst bij wonen. Dat is voor mij persoonlijk wel het hoogtepunt van deze reis. Samen met ds. Attila mag ik de dienst verzorgen en als groep zullen we daar het ‘Stille nacht” zingen. Dinsdagmorgen vliegen we weer terug. Het is dus maar een kort bezoek, maar het zal vast indrukwekkend zijn. We zien er naar uit! Zoals u begrijpt zal mijn blog wat later verschijnen.

Ik sluit graag af met een couplet van een Adventslied:
Al zijt Gij nu nog maar een kind, zo kwetsbaar, teer en klein, wij weten dat het rijk begint waarvan Gij Heer zult zijn,

een rijk waarin de vrede wint van oorlog en van pijn. Wij loven U Koning en Heer!