Lieve mensen,

Half februari, de zon schijnt, de dagen worden al langer en de vogels fluiten vroeg. Prachtig! Het lijkt wel of het voorjaar al in de lucht hangt. Het is ook de tijd van Carnaval. Mensen gaan uit hun dak, ze verkleden zich en bedekken het gelaat. Helaas wordt er veel te veel gedronken met alle gevolgen van dien. Ik heb er niet zoveel mee, met dat carnavallen! Maar goed, ik kom dan ook van de Veluwe en daar zeggen ze: doe maar gewoon, dan doe je al gek genoeg. Anderzijds moet ik ook wel toegeven dat ik het ook niet kan: uit mijn dak gaan. Ik ben misschien wel te gematigd en wat saai. Maar vooruit! Na Carnaval komt de tijd van vasten en inkeer. Heb ik daar wel wat mee, zo vraag ik me af. Jawel hoor, maar ook niet overdreven veel. De tijd van vasten en inkeer staat voor reiniging. Het gaat om de reiniging van lichaam en geest. We kijken naar ons eigen leven en beseffen dat ze gezuiverd moeten worden. Op allerlei vlakken is dat nodig: in onze taal, in onze emoties, in ons kijken en in ons handelen. Reiniging is een soort schoonmaak. Dat wat vuil is, moet gewassen worden.

Vroeger was het ook de tijd van de grote schoonmaak. Misschien was het een enkele week later, maar in ieder geval al vroeg in het voorjaar. Mijn moeder zat dikwijls in de competitie met een enkele buurvrouw. Degene die het huis als eerste spik en span had, was de winnaar. Alle kasten moesten leeg, het servies dat zelden gebruikt werd, kreeg een wasbeurt, de kleding hing een dag te wapperen op het balkon, de kelder moest gewit worden en alles van binnen en van buiten gelapt en gesopt. Dat duurde in mijn beleving langer dan een week. Wij hadden niet te klagen hoor, maar iedereen was wel weer blij als het voorbij was.

Gisterenmorgen mochten we in de kerk weer vele gasten begroeten. Sommigen waren speciaal gekomen op uitnodiging van ons Kerkkoor. Het koor bestaat deze maand 45 jaar. Een felicitatie waard. In de dienst hebben ze mooi gezongen en na de dienst was er een gezellige ontmoeting met elkaar. Riet de Bruijn is er al bij vanaf de oprichting. Een hele prestatie, maar ook een voorrecht. Wij wensen het koor van harte Gods zegen en op naar het vijftig jarig bestaan.

Gisterenavond zat ik in een driehoeksruil met twee collega’s. Na de dienst in Kockengen reed ik in de buurt van Montfoort in een fuik die was opgezet door de politie. Het zag er indrukwekkend uit, rode knipperlampen en er was veel politie op de been. Ik dacht, even checken: gordel vast? (ja), reed ik te hard?(nee, pff), rijbewijs bij me? (nee, oei!). Waar ik nog niet aan gedacht had, was dat dit wel eens een alcoholcontrole zou kunnen zijn. Het is immers carnaval! Oom agent zei tegen mij: even blazen meneer. Ik dacht: ziet die man dan niet dat ik niet gedronken heb? Ik had immers muziek van Sela aan en was strak in pak met een bijbel naast me en de preek nog in mijn hoofd. Maar de agent was onverbiddelijk: blazen zult u! Misschien dacht hij dat ik verkleed was. Dat zou natuurlijk ook nog kunnen. Verkleed als dominee op weg naar een carnavalsfeestje. Maar goed, wie wil er nu uit zien als een dominee? Gelukkig kreeg ik nog een aardig presentje mee: een gele bobsleutelhanger. Wellicht kan ik die nog eens gebruiken in een jeugddienst!

Ik sluit graag af met een tekst die op mijn bureaukalender staat:

Gods liefde is er altijd.
Zij kent grenzen, uren noch dagen.
Ik wens u een goede week!
ds. Wouter
Te volgen op Twitter @wouterschraven