Lieve mensen.

De Protestantse Kerk in Nederland (PKN) heeft een nota uitgegeven. De titel luidt ‘Kerk 2025: Waar een Woord is, is een weg’. Het is een schrijven van ongeveer dertig pagina’s. Het gaat over roeping, toewijding en de plaats van de kerk in de wereld. De berichten in de media zijn overwegend negatief. Het gaat over grijs, krimp of misbruik van macht. De nota Kerk 2015 is positief over de toekomst van de kerk. Natuurlijk zijn er zorgen, maar we moeten niet vergeten dat kerk een geschenk van de Heer is en niet een moeizaam project van mensen. De kerk wordt wel gevormd door mensen, maar het centrum ervan is de Heer zelf. Het zal er weer om gaan dat we niet meehuilen met wolven in de nacht, maar ons opnieuw met vreugde wijden aan God en zijn gemeente. Dat is een mooie uitdaging. Hoe dat plaatselijk gestalte krijgt, is open en vrij. Kerkbestuur van bovenaf opgelegd werkt niet meer in onze tijd. Het zal gaan om werkelijke liefde en aandacht voor God en elkaar. Als ik droom over de plaatselijke kerk dan is dat in beelden van vriendschappelijke omgang en dienstbaarheid aan elkaar. Een open gemeenschap met ruimte en richting. Alleen ruimte wordt tot een eindeloze vlakte en alleen richting kan verstikkend werken. Binnenkort zal er in onze kerk wat meer aandacht komen voor deze nota.

Afgelopen zaterdag zijn we naar de film ‘Knielen op een bed violen’ geweest. De film duurde niet zolang, maar de gedachte eraan blijft nogviolen wel even aanwezig. Eerder had ik het boek al gelezen. Althans, het grootste deel. Ik werd er wat somber van en herkende me te weinig in de geschetste geloofsbeleving. De film kwam binnen, vooral de scènes rondom het sterven van vader Hans. De zwarte kraaien waren er als de kippen bij. Hans zat vast in het nest van oordeel en angst. De aan het sterfbed gesproken woorden waren even zwart als de ogen van de ‘broeders’. De verhaallijn van de roman wordt gespeeld door de hoofdfiguur Hans Sievez. Het is deels autobiografisch en doorspekt met fictie. De plotselinge dood van Hans’ vader maakt een blijvende indruk op Hans. Zijn vader was streng calvinistisch. Hans raakt hiervan niet los en zoekt dezelfde weg van het ‘ware geloof’. Deze zoektocht wordt indringend verfilmd en de spanning en angst spat eraf. Zijn vrouw Margje kan niet meegaan in de ‘ontdekkingen’ van haar man, maar geeft hem wel ruimte. Als Hans dan veel te jong gaat sterven zijn de ‘zware broeders’ aanwezig en dulden geen traan of aanwezigheid van een ‘onbekeerde’ zelfs Margje zijn vrouw en kinderen mogen er niet bij zijn. Wanneer Hans overleden is, vertrekken de mannen in het zwart zonder een woord of blijk van verdriet. Het ging hun om de ziel en om de zaligheid in het hiernamaals. Hun werk was gedaan en de overleden Hans was weer van zijn gezin. Een mooi moment in de film vond ik toen de jongste zoon even alleen bij zijn vader was. Praten konden ze niet. De afstand in beleving was te groot en eerder had het al flink gebotst. Nu ging de zoon naar de vader. ‘Pa, je ziet eruit als een landloper. Zo kan je niet doodgaan’, sprak de jongen. Hij tilde zijn vader overeind en ging met liefde en aandacht zijn gezicht scheren. Aanraking als liefdestaal in het ‘hiernumaals’.

De film blijft nog wel even draaien in bioscoop en in mijn hoofd. Dat kan ook geen kwaad. Het bepaalt me weer bij het hart van de kerk. Dat is in mijn beleving niet de theologie of de dogmatiek en al zeker niet het besturen van het kerkelijk leven. Voor mij klopt dat hart in de liefde van Christus. Die liefde wordt zichtbaar wanneer mensen met aandacht en zorg omzien naar elkaar in het hiernumaals.

Ik geef u graag een paar woorden uit 1 Korinthe 13 mee voor deze week.

Had ik de liefde niet, ik zou niets zijn.

Fijne week. Ds. Wouter