Lieve mensen, heiligboontjeIemand die zeer braaf is, wordt nog wel eens ‘heilig boontje’ genoemd. Meestal is dit niet positief bedoeld. Een ‘heilig boontje’ is ook een vergeten groente. En vergeten groenten zijn populair.

Het is al weer een aantal jaren terug dat ik een paar van deze bijzondere peulvruchten van iemand kreeg. Ik pootte ze met enige scepsis in de grond en zeker er volgde een rijke oogst in de pastorietuin in Andel. Ze zijn heerlijk en ook een beetje ‘heilig’. Ik zal het uitleggen.

Het ‘heilig boontje’ of ook wel ‘engelenboontje’ genoemd, is een witte boon met een roodbruine tekening bij de navel, de plek waar de boon vastzat in de peul. Met enige fantasie zie je er zo maar een engel in of een monstrans. Een monstrans is een houder, meestal van goud, waarin de hostie wordt getoond. Het verhaal gaat dat een slimme pastoor de gouden monstrans in een akker verstopte toen de vijand naderde. Hij groef een diep gat en verborg het kostbare en heilige gebruiksvoorwerp. De pastoor plantte vervolgens witte bonen op de akker om er voor te zorgen dat je niet kon zien dat daar gegraven was. Het wonder van de boon is dat bij de oogst alle witte bonen een afdruk van de monstrans of van een engel droegen. Zo is volgens dit mooie verhaal de naam ‘heilig boontje’ ontstaan.

Destijds heb ik ze in Andel uitgedeeld en mensen hebben de bonen gelegd, want bonen zaai je niet, maar leg je. Het gevolg was een wonderbaarlijke oogst en het dorp was vele heilige bonen rijker.

Nu las ik vorige week in onze krant dat de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties 2016 heeft uitgeroepen tot ‘Internationaal Jaar van de Peulvruchten’. In het bedoelde krantenartikel ging het ook even over deze bijzondere vruchten van het land. Ik was helemaal in de bonen en ben meteen op zoek gegaan. Ik moet toch nog wat van die ‘heilige bonen’ ergens hebben liggen. En ja hoor, ik heb er zeker nog vijfentwintig. Ze zijn al vele jaren oud, maar wel droog bewaard. Zullen ze het nog doen? Zit er nog groeikracht in? Daar kom ik achter door ze te poten. De eersten staan in een potje en als ze boven de grond komen, mogen ze naar buiten. Wie er een paar wil hebben, mag ze komen halen, maar de garantie is tot aan de brug.

Nu las ik in dezelfde krant dat er ook zogenaamde ‘hemelvaartsboontjes’ bestaan. Het moet toch niet veel gekker worden. Het betreft hier ook een witte boon met een donkere bijna zwarte afbeelding. Je kan er een paard in zien of een bonte koe. Anderen zien er een persoon in die bijna achter een wolk verdwijnt, Jezus of Maria. Wie het weet mag het zeggen. De traditie wil dat deze klimbonen op Hemelvaartsdag worden gelegd en op Maria-ten-hemelopneming (15 augustus) voor het eerst worden geoogst.

Een spreuk die hier goed bij past, luidt “Wie bonen wil eten, moet boondag niet vergeten”. Het brabantse woord ‘Boondag’ is afgeleid van de patroonheilige Bonifatius. Wie bonen wil oogsten doet er goed aan bonen te leggen rond 14 mei, dan is het namelijk Bonifatius- of boondag. De zogenaamde ijsheiligen zijn dan voorbij en nachtvorst is zo goed als uitgesloten. Bonen worden twee keer genoemd in de bijbel. De eerste keer is in 2 Samuël 17 als koning David zich met zijn manschappen in een woestijn verstopt heeft voor zijn zoon Absalom die hen achtervolgt. Dan worden zij door een zekere Sobi bevoorraad. Sobi brengt het gezelschap niet alleen honing, boter, kaas en geiten maar ook linzen en natuurlijk bonen. Zo is het ook nog een ‘bijbelse groente’.

Nu heb ik in een vlaag van verstandsverbijstering een slordige 200 ‘heilige bonen’ en evenveel ‘hemelvaartsbonen’ besteld. Ze zijn zeker niet voor eigen gebruik, maar voor wie eens een boontje wil leggen en het durft te wagen met de heilige peulvruchten. Ik hoop ze spoedig binnen te krijgen via de post en dan zal ik ze uitdelen. Ik wens u een goed bonenjaar en nog vele heilige boontjes.

Ds. Wouter Schraven