Lieve mensen, de afgelopen week was ik met een drietal mannen uit onze kerk in Roemenië. Vanaf het vliegveld in Cluj Napoca reden we in drie uren tijd naar Kelementelke. Met de kerkelijke gemeenschap van dit dorpje hebben we sinds een paar jaar een gemeentecontact. We vielen zaterdag 1 oktober werkelijk met de neus in de boter, want er was een oogstfeest en de zon scheen uitbundig. We genoten van de gastvrijheid, de mooie ontmoetingen en de heerlijke Hongaarse goulash. Op zondag maakten we eerst een ochtendwandeling door de heuvels rondom het dorp. De nevel hing licht boven de huisjes en glinsterde in de vroege ochtendzon. Een enkel zigeunerkind volgde ons met een nieuwsgierige blik. Even later liepen door de wijngaarden boven op de heuvels en genoten van de stilte. In de verte hoorden we een varken tekeer gaan en terug in het dorp tokten de kippen dat het een lieve lust was. Daarna gingen we ter kerke. De dienst begint daar om elf uur. Dat is genadig laat op zondagmorgen. Nu was het bijzondere dat de kerk de afgelopen maanden is gerenoveerd. Dat wil zeggen dat de oude houten vloer die zo goed als verrot was, vervangen is door een vloer van stenen. De binnenkant van de kerk is opnieuw gewit. De ornamenten aan de voorzijde van de stenen kansel waren in de oude kleuren geschilderd door Attila de predikant. Alles zag er spik en span uit en zelfs de burgemeester en zijn vkerk-kelementelkerouw waren deze zondag 2 oktober genodigd om de heropening van de kerk mee te maken. Wij kwamen samen met de predikant om precies elf uur binnen en mochten plaatsnemen op de voorste bank. Links van ons zaten de vrouwen en de meisjes aandachtig te kijken hoe onze reactie zou zijn. We keken blij en verrast en toonden onze waardering. Werkelijk adembenemend mooi. De burgemeester en de mannenbroeders zaten aan de rechterzijde en knikten instemmend. We gingen zitten en wat er toen gebeurde is lastig in woorden te vatten. De bank bezweek onder ons gewicht en slaakte een luide kreet: KRAAAAK. De organist stopte subiet met spelen, de mensen keken verward en het duurde even voordat iedereen begon te lachen. Een betere introductie kun je je niet wensen. We zochten een andere plek en na wat gestommel kon de dienst beginnen. Later in de dienst heb ik de groeten overgebracht en natuurlijk een verontschuldiging gemaakt.

Op maandag zijn we door het gebergte de Karpaten naar het oosten van Roemenië gereisd. We waren daar te gast in de stad Roman. In de begin jaren negentig hebben we vanuit de Geloofsgemeenschap Luctor et Emergo uit Olderbroek ons ontfermd over een weeshuis in die stad. Er woonden driehonderd kinderen onder erbarmelijke omstandigheden. We hebben daar de keuken gerenoveerd, douches aangelegd, toiletten geplaatst en vooral aandacht gegeven aan de kinderen. Er waren tachtig kinderen tussen de drie en vijf jaar. Het verdriet dat in hun ogen te lezen was, is me lang bijgebleven. Wat waren die kinderen in de groep eenzaam en beschadigd. Wat er van hen terecht gekomen is, weet alleen God. Ik hoop dat de vele jaren van hulp en de aandacht van toen bijgedragen heeft aan wie ze nu mogen zijn. Vanuit die tijd ken ik een aantal mensen. We waren nu te gast bij een priester en zijn gezin. We hebben ervaren hoe ze leven en voor het eerst of opnieuw, icooneen kijkje mogen nemen in het geloofsleven van de Oosters Orthodoxe Kerk waartoe ze behoren. Een mooi moment was het bezoek aan de stad Iasi en een klooster in die omgeving. We kenden een van de nonnen en zij heeft ons rondgeleid. We waren even getuige van de avondliturgie. De nonnen zongen ingetogen en met overtuiging. We konden er niets van verstaan, maar voelden de devotie en de eerbied voor dezelfde Heer. Na de dienst scoorde ik nog een mooie icoon op een platte steen. Deze was zo vers van de pers dat de verf nog niet goed wat uitgehard. Twee dagen had ze er in stilte aan gewerkt en het beeld van Christus op haar laten inwerken. De prijs was slechts 40 Lei, een tientje, maar dat vond ik toch een beetje te weinig.

Het is altijd weer bijzonder om op andere plaatsen in deze wereld gelovigen te ontmoeten. De verschillen in traditie kunnen soms groot zijn, maar als je goed luistert, hoor je eenzelfde verlangen naar God. Het heeft weer even nodig om alle indrukken een plekje in je hart te geven. Maar wat je in je hart bewaart, raak je nooit meer kwijt. Dat is mooi. Je kan van alles kwijt raken in je leven, maar wat in je hart zit, gaat met je mee, voor altijd.

Ik sluit graag af met de woorden die ik mocht meegeven bij de heropening van de kerk van onze zustergemeente.

Ik ben de wijnstok en jullie zijn de ranken. Als iemand in Mij blijft en Ik in hem, zal hij veel vrucht dragen. Maar zonder Mij kun je niets doen.  Johannes 15

Fijne week onder zegen van de Heer.

ds. Wouter