Vandaag schrijf ik over moeder. Elke maandag printte ik mijn blog uit en deed het haar toekomen via de post. Ze genoot ervan om post te krijgen en om te lezen wat wij zoal meemaakten. Eén keer zette ik op de enveloppe ‘aan de weledelgeleerde mevrouw Schraven-Hoekert’. Dat vond ze maar gek en zei: dat ben ik niet. Ik zei van wel. Er zijn heel wat mensen die zo worden aangeschreven terwijl ze amper beschikken over enige levenswijsheid of weledele manieren. Moeder had een ruime levenswijsheid en beschikte over het vermogen om te relativeren.

Maandag werden we geroepen. Een paar weken daarvoor had ik het al gedroomd. En daar stonden we dan ineens in het Sint Jansdal in Harderwijk in een kleine kamer op Oost 2. Al haar glorie was verdwenen. We schrokken allemaal even hard en zetten het allemaal op een brullen. Uit haar verschijning sprak altijd kracht en waardigheid. Overal vandaan kwamen de kleinkinderen en samen waren we bij haar. Ze kreeg nog de kracht en de vrijmoedigheid te getuigen van haar geloof en goede woorden te spreken. Goede woorden als rantsoen voor ons voor onderweg. Ze liet ons nooit met lege handen gaan, nu had ze ook veel te geven aan geestelijk erfgoed. Die woorden zullen ons vergezellen op onze levensreis. De dag van 31 oktober, Hervormingsdag ging voorbij en het werd 1 november, Aller Heiligen. Het was wachten op de morgen, de nieuwe morgen, het nieuwe leven bij God. De zon kwam op en maakte de morgen wakker. Toen de wereld ontwaakte, sliep moeder vredig in. Bevorderd tot heerlijkheid. Ze stierf zoals ze leefde: waardig.

Een begrafenis met gewauwel, stijlloos gehannes en op z’n boerenfluitjes uitgevoerde rituelen is een belediging voor de gestorvene. Je kan er een flink trauma aan overhouden. Bovendien kun je een begrafenis niet overdoen en moet het dus ‘goed gebeuren’ anders blijft het spoken. Samen hebben we gedaan wat moest gebeuren. Veel mensen zijn geweest. Haar nog in leven zijnde tien zussen en broers konden aanwezig zijn en sommigen hebben nog een woord gesproken of gebeden. Het werd een geruststellende dienst. De dood is vreselijk en een vijand. Maar de andere kant is er ook ‘de dood als portier en toegang tot het eeuwige leven bij de Heer’. In dat geloof maakten we de gang naar de begraafplaats. Moeder had immers met de psalmist gezegd: Dan ga ik op tot Gods altaren. Eerst ging het nog over de Veenweg, daar waar we gewoond hebben. Daar was ons thuis en daar bewaren we goede herinneringen aan. We reden door de straat waar we vroeger wekenlang een ijsbaan op de straat hadden, waar de schillenboer bij moeder de aardappelschillen op kwam halen, waar Strijkert op zaterdagmiddag bellend door de straat reed en moeder telkens weer toestemming gaf om een ijsje van een kwartje te kopen, waar we met een bal ‘stoeprandgooien’ deden, waar we kattenkwaad uithaalden, waar ik urenlang voor het raam kon zitten om te kijken naar dwarrelende sneeuwvlokken, waar moeder ons telkens weer riep: eten, naar bed of eruittttt…. het is bijna half acht.

herfstmoederPrachtige herfstkleuren en een flauw zonnetje vergezelden ons op weg naar het graf waar vader meer dan twintig jaar terug begraven is. Terwijl wij moeder begeleiden, kwamen de zuivere klanken van een bugel ons tegemoet: ‘Eens als de bazuinen klinken’ en ‘Daar juicht een toon, daar klinkt een stem die galmt door gans Jeruzalem, een heerlijk morgenlicht breekt aan de Zoon van God is opgestaan’. Een ontroerend en mooi moment. Met dikke tranen in onze ogen, maar met dankbaarheid in ons hart voor alles wat ze voor ons heeft betekend, hebben we haar lichaam in de aarde gezaaid in de overtuiging dat ze ons is voorgegaan naar het Vaderhuis met de vele woningen.                                                               Dag lieve mama!

 

U allen: Dank voor de vele lieve kaarten en blijken van meeleven. Eén gedicht van een kaart kies ik om met u te delen en is een eerbetoon aan alle moeders.

Je hebt je moeder niet verloren,

daarvoor gaf zij jou teveel.

Wat zij je zei, dat blijf je horen,

van wat jij bent is zij een deel.

Je komt haar overal nog tegen,

in wat je doet, in wat je laat.

Zij was en blijft voor jou een zegen,

waarvan het spoor steeds verder gaat.

Heb een goede week onder de zegen van de Heer.

groet ds. Wouter