Deze week is de blog door Ad Duijm geschreven:

“Nobelprijs voor literatuur naar Bob Dylan”. Deze regel stond eind vorig jaar vetgedrukt in veel kranten. Op zich toch wel opzienbarend nieuws: Dylan, die in de jaren 60 zijn naam vestigde als protestzanger, wordt geëerd met de Nobelprijs. Je kunt zeggen wat je wilt van de kwaliteit van popsongs, maar een Nobelprijs krijg je niet zomaar. In het werk van Dylan kom je dan ook absoluut juweeltjes tegen!
U zult zich waarschijnlijk afvragen, “hoe kom je hierop?” Zo nu en dan luister ik naar muziek uit mijn jeugdjaren, daar hou je toch een bepaalde voorliefde aan over. Zo luisterde ik dus naar “All along the watchtower” van Dylan en de tekst bleef bij me hangen. Persoonlijk vind ik vooral de muzikale uitvoering van Neil Young erg goed. Echter, Young geniet vooral bekendheid bij mijn kinderen als “de man die niet kan zingen”. Over smaak valt niet te twisten zullen we maar zeggen.
De beginregel behoort tot de klassiekers in de popmuziek: “There must be some way out of here,” said the joker to the thief”. Het lied vertelt het verhaal van twee mannen die getekend zijn door het leven en zich beklagen over het onrecht hen aangedaan. Daarna volgt wat je het refrein van het lied zou kunnen noemen: prinsen staan in de wachttoren op de uitkijk. In de laatste regel verschijnen er twee ruiters en de wind steekt op… Het lied zit vol met symboliek en de laatste regels hebben wat dreigends over zich, iets apocalyptisch. All along the watchtower is geschreven in 1967, midden in de Vietnamoorlog. Ook toen was er veel onrecht en de toekomst was onduidelijk, er is niets nieuws onder de zon.
Dylan heeft zich voor dit lied mede laten inspireren door de Bijbel, met name Jesaja 21. In dat hoofdstuk wordt beschreven hoe wachters op de wachttoren op de uitkijk staan en ruiters zien aankomen die de val van Babel melden. Een gebeurtenis die het toenmalige Midden-Oosten volledig op zijn kop zette.
Bij de term wachttoren moet ik zelf altijd denken aan de profeet Habakuk. Deze profeet leefde ook in een tijd met grote spanningen. In het eerste hoofdstuk verwijt hij God dat deze niets doet aan het onrecht dat de profeet om zich heen ziet gebeuren. Daarna vertelt hij hoe hij gaat staan op de wachttoren en dat hij daar antwoord krijgt van God. Zijn vragen worden echter niet beantwoord. Wel vertelt God hem dat Hij antwoorden zal geven. Hij zal Habakuk een openbaring geven, maar dit zal nog even duren. Habakuk moet geduld hebben. “Wacht maar, het komt zeker, het zal niet uitblijven” zegt vers 3 van het tweede hoofdstuk.

Wat kunnen we hier nu mee? Ook nu zien we onrecht om ons heen, ook nu is de toekomst niet helder, ook nu roepen we tot God en merken soms niets van Zijn Aanwezigheid. De les van Habakuk blijft om te blijven verwachten, want God zal zeker antwoorden. Ook helpt het om van perspectief te veranderen, zoals boven op een toren. Dan heb je overzicht. Dat werkt ook zo in geestelijk opzicht: niet alleen naar je eigen probleem kijken, maar het grotere geheel proberen te zien.

Als u op vakantie eens langs zo’n oude toren komt, klim er eens op, geniet van het uitzicht en denk eraan dat God een bidder niet zal laten staan maar zeker zal antwoorden.

Ad Duijm