In de verte klonk een luid geschreeuw. Een varken werd uit zijn hok geleid en zou even later op het erf worden geslacht. Het is zaterdag negen december acht uur in de morgen. Het heeft licht gevroren en na een prachtige zonsopgang zitten we aan het ontbijt in de pastorie van onze zustergemeente in Kelementelke. Uit empathie met het dier mijd ik de ham en snijd een stukje kaas voor op het brood. Straks rijden we naar het vliegveld om na een paar dagen Transsylvanië terug te gaan naar huis. In Kelementelke wordt die ochtend bij drie families het vetgemeste varkentje geslacht. Het lijkt wreed, maar dit hoort geheel bij de traditie van de Hongaarse families in Transsylvanië. Bovendien gebeurt het vakkundig en snel. Het varken schreeuwt alleen omdat het uit z’n hok wordt geleid. Dit is voor het dier een nieuwe en tevens laatste ervaring. De hele familie is aanwezig en straks zal het vlees naar behoefte worden verdeeld. Genoeg voor een heel jaar.

Meteen na het einde van kerkdienst gisterenmorgen begon het bij ons te sneeuwen. Ik houd van sneeuw. Een prachtig gezicht en ik kan er moeilijk genoeg van krijgen. De wereld lijkt er wat lichter en zachter door. Het grauw verandert voor een moment in helder wit. Mijn gedachten gaan dan uit naar een passage uit een oude lied uit de bundel van Johannes de Heer ‘was mij en witter dan sneeuw zal ik zijn’. In de avond mocht ik voorgaan in de kerk van Andel. We waren op tijd vertrokken en hadden voor de zekerheid de sneeuwschoenen in de auto gelegd. Na enig ophoud op de provinciale weg en de A2 ging het toch redelijk vlot. Het was fijn om weer te zijn op die plaats waar we vele jaren hebben gewoond en lief en leed met mensen hebben gedeeld. Het was ongeveer een half jaar geleden dat ik er voor de laatste keer was voor een kerkdienst. En wat is er dan in die tussentijd veel gebeurd. Het was de tweede zondag van december. Deze dag wordt Wereldlichtjesdag genoemd. Dan steken mensen om 19.00 uur over de hele aarde een kaarsje aan ter nagedachtenis aan overleden kinderen. Het maakt daarbij niet uit hoe lang het is geleden of hoe jong of oud het kind toen was. Je kind blijft immers altijd je kind. Door het aansteken van een kaars wordt de wereld zo even letterlijk wat lichter voor mensen die een kind verloren hebben, en daarnaast is er het besef dat je niet alleen bent met je verdriet. Wij hadden een eenvoudige kaars meegenomen en na een korte toelichting heb ik in de dienst de kaars aangestoken en een gedicht voorgelezen. De organist speelde er fijn op in door de mooie melodie te spelen van het kinderlied “Jezus, zegt dat Hij hier van ons verwacht, dat wij zijn als kaarsjes brandend in de nacht….”

Ik wens u allen een fijne week onder de zegen van de Heer.

Graag sluit ik af met het gedicht van gisterenavond.

Omdat alles er mag zijn

als je rouwt om een kind

de schreeuw en de stilte

de warmte en de kilte

die je steeds weer op je weg vind

daarom maken we licht.

 

Omdat ze nooit worden vergeten

omdat ze werkelijk bestaan

iedere naam, ieder lichtje

iedere ziel, ieder gezichtje

gekoesterd in je hart voortaan

daarom maken we licht.

ds. Wouter