Ik ben wel eens van mening dat mijn vrouw te veel spullen bewaard, maar zaterdag ben ik bij een verzamelaar geweest waarbij alle verzamelwoede van de mensen die ik ken, verbleekt. Wij hadden ons jaarlijkse uitje met de kerkenraad. Dat klinkt wat duf. De meeste keren valt het mij flink mee. Zo ook deze keer. We waren in Polsbroekerdam bij Van Lieshout. De beste man is vijfentachtig jaar woont in een oude boerderij. De schuren die in het verleden bevolkt werden door koeien en varkens stonden nu afgeladen vol met een bonte mengeling aan spullen. En niet zomaar een paar voorwerpen! De rondleiding begon in de grootste schuur waar allerlei koetsen en gebruiksvoorwerpen en oude machines van het boerenbedrijf stonden opgesteld. Bij elke koets, spuitwagen, zeugenkooi of wat iets meer is had de nog vitale verzamelaar een verhaal. De beste man is een echte verhalenverteller en hij geniet van de aandacht. De meeste dingen had hij naar eigen zeggen voor een ‘geeltje’ gekocht. Dat is een makkelijke prijs. De man verzamelt niet alleen, maar restaureert, maakt op zijn manier de boel schoon en schilderde de afgelopen twintig jaar meer dan vierduizend portretten. De meest portretten waren van vrouwen, zo viel ons op en toen ik hem daarna vroeg zei hij met glinsterende pretoogjes: die kun je het best versieren! Dat is nog eens een mooie uitspraak. Na een uitgebreide wandeling langs wel honderd jurken, oude bedstee, poppen, eggen, pakjes Sunlight zeep, kunstgebitten en nog veel meer kwamen we via de oude deel in de woonkamer van Van Lieshout. Daar was goed zichtbaar dat de man vooral bezig was met zijn verzameling. In het midden van de kamer stond de tafel waaraan hij nog elke dag portretten schildert. De afbeelding van president Trump en zijn Melanie was net opgedroogd. Met gepaste trots liet de vijfentachtig jaar oude verzamelaar en kunstenaar de portretten van zijn in het jaar 2000 overleden vrouw zien. Hij had er vier van haar gemaakt en deze hingen allemaal in de kamer tussen nog vele andere gezichten. Van Lieshout vertelde dat hij nog tijd over heeft en nog graag wil uitbreiden. Ik heb bewondering voor de ‘drive’ van deze man. Een televisie is niet in zijn bezit en aan een computer moet je nooit beginnen zo was zijn wijsheid. We hebben hem feestelijk bedankt voor een kijkje in zijn bijzondere manier van leven. Op de valreep vertelde hij nog even dat hij de afgelopen winter lelijk gevallen was en veel last heeft gehad van zijn knie. Nu heeft hij voor de zekerheid zijn oude herenfiets zelf maar omgebouwd tot een damesfiets door de stang er tussen uit te zagen en deze verkort wat lager terug te zetten. Maar nu was het volgens de oude baas een gammel zaakje. Maar goed, zo gaf hij als uitsmijter nog mee: het heeft wel veel geregend maar niet teveel want het land spuugt er nog niet van. Nog nagenietend van de vele mooie uitspraken, ging ik op de fiets door het weidse polderlandschap naar de barbecue want zo zijn we dan ook wel weer getrouwd als kerkenraad in deze moderne tijd.

Met Pinksteren had ik paardenbloemen en pluizenbollekes in de kerk gezet. Het was een wat zielig boeket maar door er samen met een kind tegen te blazen, kon ik wel iets zichtbaar maken over de heilige Geest, over wie Hij is en wat de Geest doet. De kinderen vonden het wel mooi, zeker toen er ook nog een bellenblazer tevoorschijn kwam. Ik beloofde de kinderen voor de volgende zondag allemaal een potje bellenblaas. Dus gisteren was het zover. In de kerk mochten ze tijden de collecte even blazen. Dat was natuurlijk hilariteit. Na de dienst vertelde een vader dat hij zijn tienerdochter tien euro had beloofd als ze in de kerk naar voren was gelopen om een potje te halen. Hoewel tien euro best veel is voor een tiener liet ze het toch aan haar neus voorbij gaan. Later kreeg ik ook nog wat filmpjes binnen waaruit blijkt dat het bellenblazen ook thuis nog voor de nodige afleiding zorgde. Eén van de kinderen moest thuis voor straf boven zitten. Toen de ouders zagen dat voorbijgangers naar boven wezen, kregen de ouders door dat het meisje vrolijk uit het raam aan het bellenblazen was. Ach, zo waait het verhaal vanuit de kerk de wereld in. Dat is ook precies waar het voor is bedoeld.

Deze week ben ik een paar dagen voor studie in het conferentiecentrum Hydepark. Het thema is ‘De spiritualiteit van de pastor’. In de voorbereiding lees is wat diepgravende teksten van Thomas Merton en schreef ik een essay over de ontwikkeling van mijn eigen spiritualiteit. Volgende week hoop ik er iets meer over te schrijven. Ik sluit graag af met de woorden van Lied 900 uit het Nieuwe Liedboek. Het is een tekst van mystica Theresia van Avila.

Laat niets je verontrusten of wanhopig maken,

wie zich aan God vasthoudt komt niets tekort,

God alleen is genoeg.

Heb een fijne week onder de zegen van de Heer.

Ds. Wouter