Lieve mensen,
De adventstijd staat in het teken van verwachting en voorbereiding. Wij verwachten het feest van de komst van Christus in onze wereld. En bij een groot feest hoort een tijd van voorbereiding. Alle dingen zijn mogelijk, maar meestal zeggen mensen niet uit het niets: Ik ga morgen trouwen. Naar een feest leef je toe en het een en ander moet geregeld worden. Zo ook met kerst. Maar wie heeft het eigenlijk de advents periode bedacht? Het staat immers niet als een soort voorschrift in de bijbel. In de vroege kerk van de zesde eeuw heeft een paus de adventsperiode ingevoerd. In deze periode stond men vanoudsher vooral stil bij het wonder van de menswording van de Zoon van God. Hoe is het mogelijk dat God mens geworden is? Dat is een groot mysterie en daar hebben tijd voor gereserveerd om over na te denken en te laten dalen in ons hart. Daar was een deftig woord voor bedacht, namelijk ‘epiphaneia’.
Een ander thema in de adventstijd is de tweede komst van Christus in onze wereld. Volgens de Schriften komt de Heer van hemel en aarde eenmaal terug. Bovendien heeft Jezus ook zelf gezegd en beloofd dat Hij zichbaar zal terug zal komen op aarde. Dat zal de grootste dag uit de wereldgeschiedenis zijn. Dan zal Hij verschijnen en een ieder zal Hem zien. Op die komst bereiden we ons ook voor in de periode van advent. Advent is dus één en al verwachten. Zelf vind ik het ook belangrijk om elke dag met verwachting te leven. Hij kwam, Hij zal eenmaal komen, maar komt ook vandaag tot mij en tot u. Heb je er oog en hart voor?
Afgelopen zaterdagmiddag was ik met een paar vrienden in het DAF-museum in Eindhoven. De geschiedenis van DAF gaat terug tot 1928, toen de broers Hub en Wim van Doorne de basis legden voor een snel groeiend Hollands bedrijf. Interessant om te zien hoe twee broers in een economisch slecht klimaat met passie een bedrijf startten. In een korte tijd bouwden ze een smederij om tot een fabriek waar veel mensen hun brood konden verdienen. Na het bouwen van aanhangwagens en opleggers werd in 1958 de eerste personenauto afgeleverd. Dit was de Daf 600 met oortjes (richtingaanwijzers). Al snel volgden Daf 33 en Daf 44. Mijn vader reed in de jaren zeventig ook Daf. Ik vond zo’n Daf maar maf en werd er liever niet in gezien. Nu denk ik: hadden we er maar één bewaard. Toen ik zaterdag bij zo’n Daf 44 stond verbaasde ik me erover dat we vroeger met z’n zessen in zaten. Eén slechte herinnering heb ik aan de Daf. Op een zaterdagmiddag gingen we naar Kampen boodschappen doen, ik denk in de Wibra. Mijn zus wilde dat de kat, ‘Willem de derde’ genaamd, meeging. Dit hebben we geweten en mijn moeder kan het in geuren en kleuren vertellen. Op de terugweg ‘scheet’ het beest in de Daf. Met alle ramen open ging het in hoge vaart terug naar ’t Harde. Iedereen stoof de auto uit en mijn moeder ruimde het op. Een kat in de Daf was pas echt maf.
Zondagmiddag waren we weer even bij mijn moeder. ‘Nu zullen we het meemaken’ zei ze toen we binnenkwamen. Ze was het weer even kwijt, maar was wel blij verrast. De verwarming stond op ‘levensgevaarlijk’ en de pepernoten stonden op tafel. Ik heb maar niet gezegd dat de Sint al weg is. Even later kwamen een voor een mijn broer en twee zussen. Het zat flink vol, maar het was wel weer gezellig zo bij elkaar. Ik ben dankbaar dat mijn moeder er nog is en het lijkt wel of ze me steeds kostbaarder wordt. We nodigden haar uit om op de ‘derde kerstdag’ te komen eten. Ik ben niet meer zo’n goede eter meer zei ze, maar als je sla hebt, ben ik van de partij. Zo gaan we het maar doen. Een zus van mij neemt haar mee. De andere dagen is ze graag op haar kamer om bezoek te ontvangen. De pepernoten staan dan vast ook weer op tafel wie weet komen ze nog op.
Ik sluit af met een paar woorden uit een mooi lied:
Mijn hart wacht stil op U, o Heer,
Uw komst verwacht ik meer en meer,
Uw liefde houdt mijn ziel gevangen.
Naar U gaat al mijn vreugde uit
Ik wacht op U, wacht als een bruid,
reikhalzend hunkert mijn verlangen.
Heb een goede week onder de zegen van de Levende Hartelijke groet ds. Wouter
Recente reacties