In de kliniek in Duitsland keek ik terug naar ‘Floortje blijft thuis’. Een van de ontmoetingen sprak me zeker aan. Het ging over een poppenspeler die op een mooie dag door God werd aangeraakt. Diezelfde avond vertelde hij zijn publiek dat hij nooit meer zou optreden. Vanaf dat moment sloot hij zich aan bij de Oosters Orthodoxe kerk en wijdde hij zijn leven aan gebed. Daartoe woont hij in een eenvoudige schuur. Dagelijks komen vele mensen bij hem om raad en een goed gesprek. De beste man had een bijzondere kijk op de Coronacrisis. Hij vertelde over een locomotief met 193 coupés. Met veel gekraak en gesteun kwam het gevaarte tot stilstand. Het getal 193 staat volgens hem voor alle landen. Maar waar staat de locomotief dan voor? En wie is dan de machinist? Met een typisch lachje onthulde hij dat het niet anders kan zijn dan de portemonnee. In zijn eenvoudige optrek zag ik in een flits ook een bordje staan met daarop de volgende tegeltjeswijsheid: Wie het kleine niet leert, doet het grote verkeerd. Deze had ik nog niet eerder gehoord. Wel mooi. Mooier misschien nog wel dan Wie het kleine niet eert, is het grote niet weerd. Ook leren begint met de kleine dingen. Wie niet leert om de kleine dingen zoals fatsoenlijk een deur dichtdoen; iemand bedanken; een vriendelijk woord spreken, heeft een achterstand als het gaat om de grotere zaken in het leven.
Gelovige houdt niet van huisdier. Deze kop las ik onlangs in een toegestuurd bericht. Volgens het artikel gaan religie en huisdieren slecht samen. Een studie van de University of Oklahoma in de VS toont aan dat kerkgangers veel minder vaak een hond of kat hebben. Ze hebben hun onderzoek gepubliceerd in het wetenschappelijke vakblad Journal for the Scientific Study of Religion.
Aan het onderzoek deden zevenhonderd proefpersonen mee. Die kregen vragen over hun religieuze beleving en hun bezit van huisdieren. Hoe meer mensen naar de kerk gingen, hoe minder vaak ze een dier in huis hadden. Het ging hierbij alleen om christenen, andere geloven zijn niet onderzocht. Vooral katten waren impopulair onder de gelovigen. Bij mensen die vaak in de kerkbanken zaten, kwamen poezen veel minder over de vloer. De onderzoekers denken dat de kerk mensen een gevoel van verbondenheid geeft. Daarom hebben ze minder behoefte om dat gevoel te zoeken bij huisdieren. Die stelling lijkt vooral te worden bevestigd door het geringe aantal katten onder gelovigen. Katten zijn huisdieren voor meer introverte mensen, heeft eerder onderzoek aangetoond. In deze tijd van zelf-isolatie en toenemende eenzaamheid lijkt het zo dat meer mensen dan anders een kitten of een puppy in huis nemen. Dat kan ik wel begrijpen. Zo’n diertje geeft gezelschap en je hebt iets om voor te zorgen. Maar het verband tussen het houden van een huiskat en kerkbezoek vind ik wel erg ver gezocht. Voor ons geldt het in ieder geval niet.
Zojuist stond er een grote vrachtwagen voor de deur. De boeken zijn binnen. Een pallet vol. Ik ben er blij mee en dankbaar voor. Binnenkort zal het boek bij u op de mat vallen of krijgt u een uitnodiging om het af te halen.
Heer, ga met ons mee,
als we werken of rusten, lachen of huilen
en wees onze gids.
Ds. Wouter
Recente reacties