Klokslag tien uur ging de telefoon. Het was afgesproken werk. Een medewerker van de Maag Lever Darm Stichting belde. Mijn boek was daar op een bureautafel terechtgekomen en iemand had het idee opgevat om een portret van mij te maken voor de site van de genoemde stichting en ook voor een landelijk platform samenwerking bestrijding alvleesklierkanker. Ik had me niet voorbereid op het gesprek omdat ik geen idee had hoe ik dat zou kunnen doen. De jonge vrouw die mij belde had wel een duidelijk plan. Ze vroeg me veel te vertellen over mijzelf, over de impact van de diagnose; wat het betekent om deze vorm van kanker te hebben; of ik iets aan mijn geloof heb en nog veel meer. Ik merkte dat het gesprek me wel veel deed. Ik hoorde mezelf praten en realiseerde me dat het allemaal wel heel veel is wat er is gebeurd de afgelopen veertien maanden. Maar ik ben er nog en de kuur die ik vorige week onderging, heeft een veel mildere uitwerking. Daar ben ik superblij mee. Ik voel me dus aardig goed en kan en mag zelfs aanstaande zondag weer voorgaan in de eredienst. Het wordt een bijzondere dienst. Na lange tijd mogen en kunnen we als gemeente het Heilig Avondmaal vieren. Er zijn beperkingen in hoe we het vorm kunnen geven, maar we kunnen het brood weer breken en de wijn uitschenken als zichtbare tekenen van Christus die zichzelf aan ons geeft.

Op mijn bureau ligt een wit blad waarop met grote letters geschreven staat ‘ik ben van betekenis’. Werk van mijn vrouw. Elke keer wanneer ik iets gedaan heb voor iemand anders, iedere keer wanneer ik hoe klein dan ook iets betekend heb voor de ander dan moet ik dat opschrijven. Langzaam vult het blad zich. Een telefoontje, een mail, een brief, advies, stil worden voor de ander, aandacht voor mijn gezin…. Ik kan me voorstellen dat jij je ook wel eens afvraagt of je van betekenis bent. Dat kan je gebeuren als je ziek bent, gestopt met werken, oud en minder mobiel, wanneer je niet meer voor van alles en nog wat gevraagd wordt. Voor jou of u kan het dan ook helpend zijn om een vel papier op de tafel te leggen met daarop geschreven in grote letters ‘ik ben van betekenis’. En schrijf dan maar gewoon op als je iets voor iemand anders hebt gedaan. Jezus zegt ‘Wat je voor iemand anders hebt gedaan, dat heb je voor mij gedaan.’ Gewoon neerleggen dat blad. Het helpt.

Soms heb ik het ook gewoon nodig om weer bevestigd te worden. Misschien herken je dat ook wel.  Wat is het fijn dat er mensen zijn die zeggen dat je van betekenis bent en dat je dat ook zelf mag ontdekken. Het is anders dan voorheen. Ik ben hier met niets meer dan alleen wie ik ben. Maar ik leer meer en meer om niet alleen maar om te kijken en te vergelijken. Dat leidt tot niets. Hooguit tot frustratie en ondankbaarheid. Wie alleen maar achterom kijkt wordt een zoutpilaar. Vooruit. Het moet vooruit. Naar de bergen, naar de toekomst die ik nog niet ken. De verte die open ligt en verkend mag worden.

Ik moet denken aan een lied van Stef Bos. De titel is ‘Lied van Lot’ van de cd In een ander licht. Hier is de spanning tussen verleden en toekomst goed voelbaar. Wat voorbij is, komt niet meer terug. Dat is ook maar goed. Elke dag is nieuw en ligt als een ongerept strand voor ons. Maar ik moet durven gaan en loslaten wat niet meer bestaat. Er is een andere weg met nieuwe kansen en momenten van kwetsbaar geluk. Soms betekent dat het licht ontsteken en het donker bang maken. Beter opzoek gaan dan altijd gewacht. Beter gevallen dan nooit gesprongen.

Ik sluit graag af met een couplet van dat lied.

En als ik nu omkijk

ben ik verloren

Maar iets houdt me tegen

om verder te gaan.

Als ik nu omkijk

Dan blijf ik voor altijd

Gevangen in alles

Wat niet meer bestaat.

 

Vrede en alle goeds voor jou.

Ds. Wouter