Het werd me verteld.  Ik heb slecht bericht voor u.  U hebt Alvleesklierkanker.  Ik moet me vasthouden aan de tafel van de dokter en aan Gerjanne om niet om te vallen. De eerste week gaan steeds twee korte zinnen door heel mijn bestaan: ik heb het en jk ben ten dode opgeschreven.  Dat het eerste waar is, weet ik slechts van horen zeggen. De artsen hebben het met inlevingsvermogen en kunde verteld. Ik zie de beelden op een scherm, voor ons vaag en moeilijk te lezen. Het lijkt of het over iemand anders gaat. De artsen baseren zich op beelden en weefselonderzoek. En ik begrijp aan de ernst op de gezichten dat weefselonderzoek niet liegt of zich vergist. Aan mijn lichaam merk ik het niet, nog niet. Tot de uitslag voelde ik me goed. Ik was vol plannen en energie. Ik zie er niet ziek uit maar in mijn body zit iets klein dat mijn leven bedreigt. Of het tweede waar is, weet ik niet.  Ik vrees het slechts.  Maar angst is een slechte raadgever. Ik moet weer terug naar het vertrouwen in God, want in zijn hand ligt heel mijn levenslot.

Ik kan het niet alleen. Ik vind het moeilijk om terug te kijken naar hoe ziek ik vier jaar geleden was. De nachten op IC en het dwalen door een delier staan als een schrikbeeld voor mijn ogen.  Ik kan het niet alleen. Wij kunnen het niet alleen en dat hoeft ook niet heb ik geleerd. Samen geloven we dat God er is.  Niet als schrale troost maar als een belofte. Hij gaat mee. En wat zijn er veel lieve mensen om ons als gezin heen. Ja, ons als gezin, want kanker heb je niet alleen.

Ondertussen zijn we in een andere wereld terecht gekomen. We zijn in het Erasmus-mc en staan in de lift. Met tegenzin en een draaiende maag druk ik op de knop die mij vertelt dat we naar de afdeling oncologie gaan.  Het is in de eerste week van onze vakantie. Alles gaat in een sneltreinvaart. De arts had verteld dat ik bij de twintig procent van de patiënten behoor die in aanmerking komt voor behandeling en operatie. Dat is een twijfelachtige eer…..  Afgelopen vrijdag was ik voor een kleine operatie om een Port a Cath te laten plaatsen waardoor morgen de eerste chemo mijn lichaam zal binnentreden.

Kort na de diagnose hebben we het grootste deel van onze vakantie geannuleerd. Wel zijn we nog voor vijf dagen naar Zwitserland gegaan. Er spookt van alles door ons hoofd en het voelt allemaal zo onwerkelijk. Komen we samen nog weer hier? We lezen de psalmen die gaan over de bergen, ‘Ik sla mijn ogen op naar de bergen, van waar komt mijn hulp? Mijn hulp komt van de Heer die hemel en aarde gemaakt heeft. Hij zal je voet niet laten wankelen, Hij zal niet sluimeren, je wachter….”   Op een zonovergoten dag gaan we met de trein naar de Jongfraujoch. We stappen uit op het hoogst gelegen treinstation van Europa, 3454 meter hoog.  Daarna lopen we door de sneeuw in een betoverend landschap nog eens vierhonderd meter omhoog. Het is een zware tocht. Vele malen staan we stil om op adem te komen. Ik wil het halen en we hebben het gehaald. Op de top eten we goulashsoep met brood en we drinken naar onze gewoonte in Zwitserland Rivella rood. Samen zien we parallellen met de weg die voor ons ligt.  Het zal zwaar worden.  Er zullen vele haltes komen, momenten dat de adem wordt afgesneden en dan weer verder op weg naar de overwinning.  Ik denk veel aan Kinga Ban. Hoe zij haar weg gegaan is als jonge gelovige vrouw en moeder met kanker. Hoe ze bleef zingen en stralen. Voor mij is ze een voorbeeld. Zo wil ik ook graag deze weg gaan en blijven doen waar ik goed in ben en waar ik toe geroepen ben.

Ik sluit graag af met een woord waardoor ik de afgelopen week weer even op het goede spoor van vertrouwen werd gezet. Misschien helpt het ook jou en u.

‘Ben je onrustig en bang,

maak dan de keuze om niet gericht te zijn op je bezorgdheid’.

 

Ik wens u en jou een goede week onder de zegen van de Heer.

Ds. Wouter