Ze hebben vele natuurlijke vijanden. Een snoek haalt ze naar beneden een roofvogel trekt ze naar boven en een auto rijdt ze plat. Ik heb het over olliebolliewollies. Ze zijn zo schattig, de jonge eendjes. Een wonder in een ei en even later wagen ze de sprong en zwemmen als de beste zonder ooit op les te zijn gegaan. Zaterdagmorgen in alle vroegte hebben we het zien gebeuren. Moedereend had het voorgedaan en zwom luidt kwakend onder de korf. Eén voor één waagden ze de sprong. We zagen meteen al verschil in karakter. Sommigen waren wat terughoudend of angstig, anderen konden niet wachten. Na een korte tijd zwom de trotse moedereend in Oostelijke richting met een gevolg van twaalf donzen propjes met snavels en zwemvliezen. We hebben ze niet meer gezien. Gek, maar in de avond vroeg ik me toch af of ze wel een veilige plek hebben gevonden. Je gaat er zo maar van houden en je verantwoordelijk voelen voor olliebolliewollies. Toen ik op zondagmorgen wakker werd dacht ik: zullen ze nog wel leven? Vorige week zag ik immers een dood eendje in het water drijven en al die roadkills op het asfalt…. Het moet toch niet gekker worden, met mij.

Ik ben maar weer in een boek gekropen. Ditmaal van Akkermans. Een collega schreef lovend over zijn oeuvre en ik waagde er een boekenbon aan. Donderdagmiddagdochter, zo luidt de titel. Het is een heftig en intrigerend verhaal van vader Akkerman over de dood van hun dochter Evy Elyse. Hij worstelt met zijn verleden dat getekend is door dood van broertjes en een streng christelijk milieu. Langzaam ontstaan er gaten in zijn geloof. Samen met zijn geliefde vrouw Maria legt hij dezelfde afstand af, maar loopt niet dezelfde weg. Maria raakt verzeild in een extreme Pinkstergemeente waar mensen niet ziek hoeven te worden en waar de dood voorkomen had kunnen worden. Als er maar correct gebeden en geclaimd wordt. Akkerman verdiept zich erin en gaat op de morgen van Pasen mee naar de dienst. De gemeente zingt ‘Lang zal hij leven’, want de Heer is opgestaan. Een vrouw danst door de gangpaden en mensen vallen onder luide kreten ‘in de geest’. Cirkelend rond de dood van hun op donderdagmiddag geboren en gestorven dochter Evy raken ze elkaar kwijt. Onbedoeld glipt alles door de vingers en de eenzaamheid is diep. Het boek ontroerd maar is ook buitengewoon scherp. Om het te lezen en te waarderen moet je niet al te strak in je geloofsvel zitten.

Eén zin of misschien beter gezegd ‘quote’ die me nog even bezighoudt, is ‘Je kan God hier wel vinden, maar niet zoeken’. Dit heeft alles te maken met ‘ruimte geven’ en ‘respect voor de hoorders’. Dit is precies wat ik graag doe op zondag in het midden van de gemeente. En ik hoop in de naam van de Allerhoogste dat het een beetje lukt: samen zoeken naar God, naar zijn wil, zijn plan, naar zijn liefde en vergeving. Telkens weer spannend. Maar antwoorden geven op vragen die niemand stelt, is dwaas. Dat is buiten het Evangelie. Kom maar met je vragen en dan zullen we samen zoeken en vinden.

Ik geef graag nog een woord van onze Heer uit de Bergrede aan u mee: Bouw je huis op de rots!

U en jou wens ik een fijne week onder de zegen van de Heer.

Volgende Blog verschijnt op maandag 22 mei!