Voor mannen en vrouwen is een aparte ingang. Al schuifelend zoekt men een plek. Vanaf de preekstoel gezien, zitten de vrouwen aan de goede zijde, namelijk rechts en de mannen aan de andere zijde. Voordat ze gaan zitten op de oude blauw geschilderde banken blijven ze een moment staan voor een kort gebed. Wat zullen ze bidden? Eigenlijk weet ik het niet. Misschien om schuldvergeving of om een zegen over de dienst die zo aanvangt. Hoe dan ook, het is wel een mooie markering. Je bent immers aangekomen in het huis van de Heer. En dan blijf je even staan. Dat voelt anders dan dat je meteen gaat kletsen met de kerkburen.

Het is zondag 24 september. Ik ben daar samen met Gerjanne om de herinwijding van de kerk van onze zustergemeente mee te maken. In de ochtend waren we op uitnodiging van een paar gemeenteleden naar de wijngaard gelopen. Na de regen verschijnt nu voorzichtig de zon boven een mistig landschap. We klimmen hoger en het uitzicht wordt magnifiek. Flarden mist hangen tegen de helling van de wijngaard. Langzaam zullen ze verliezen en verdwijnen door de kracht van de zon. Allerlei bijbelse voorstellingen en metaforen komen in mijn hart. Terwijl de natte klei zich stapelt onder onze schoenen, dapper houden we vol. We laten ons niet kennen. Toen we aangekomen waren bij de wijngaard van de familie waarmee we op pad waren, natuurlijk de laatste en wel helemaal bovenaan, kregen we een mes om druiventrossen af te snijden. Er waren verschillende smaken en telkens weer moesten we voor het doorsnijden van een tros, eerst proeven. In weinig tijd zat de emmer vol. Toen konden we nog niet vermoeden dat de druiven voor ons bestemd waren en dat ze de volgende dag mee moesten in het vliegtuig. Dat zou nog een hele uitdaging worden. Op onze weg naar beneden ontdekten we verse sporen van een beer. Werkelijk waar. Een paar weken daarvoor was een eenzame wandelaar net buiten een dorp even verderop aangevallen en heftig verwond door een beer. Ik dacht even aan een beroemde uitspraak van David voordat hij het gevecht aangaat met Goliath. David zegt dan ‘Wanneer er een leeuw of een beer kwam om een schaap of een geit uit de kudde te stelen, ging ik erachteraan, overmeesterde hem en redde het dier..’ Wie van ons zal zijn als David? Gelukkig was het niet nodig om deze heldenmoed te tonen, anders zou ik het zeker gedaan hebben, haha. Net voordat we beneden waren, kwamen we een bruut uitziende man met een groot kapmes tegen. Hij hield deze dag de wacht over de wijngaarden van de dorpsbewoners. Dieven, herten en beren moest hij verjagen. Hij gaf ons een hand en ik mompelde vol ontzag Bekesseg istentol, wat zoiets betekent als ‘de vrede van de Heer is met jou’. Dat zal de man zeker nodig hebben. Het is altijd weer spannend om te verblijven in het hart van Transsylvanië. 

Om ongeveer één uur begon de dienst. De kerk was volgestroomd met lokale mensen en genodigden. Ik vond het fijn dat er veel collega’s waren. Sommigen van hen kende ik uit het verleden. De gastspreker voor de herinwijding van de kerk sprak een aardig woordje Nederlands en tot mijn verbazing sprak hij votum en groet in de formulering volgens de Staten Vertaling. Het werd een mooie en ontroerende dienst. Kinderen in Hongaarse klederdracht zongen uit volle borst afgewisseld door lange gedichten die uit het hoofd werden opgezegd. Namens onze gemeente heb ik de felicitaties en de groeten overgebracht en gaf hen een tekst uit Filippenzen 1: 2 mee. 

Na de dienst was er ontmoeting en natuurlijk eten. Veel te veel eten, maar zo betonen ze gastvrijheid en dankbaarheid. In de avond hadden we geen keus. We werden dringend uitgenodigd om nog weer bij een familie op bezoek te gaan. Ik voelde de bui al hangen en vertelde dat we graag komen voor de ontmoeting en om wat te drinken, maar zeker geen eten meer. Om zeven uur kwamen we met Attila de predikant van het dorp binnen om nog wat na te praten over de gebeurtenissen van die dag, en u raadt het al, het duurde maar even of de dampende schalen met vlees en ander grut stonden al weer op tafel. En het werd steeds drukker. Verschillende mensen waren uitgenodigd en in een vol huis waar de jongste nog geen jaar was en de oudste even in pyjama verscheen, hadden we een fijne ontmoeting met elkaar. De volgende morgen in alle vroegte reden we met druiven en al terug naar Cluij Napoca om ons vliegtuig te halen. Het was goed om daar te zijn temidden van onze geloofsgenoten en we zien terug op een mooie reis.

Ik sluit graag af met een couplet uit het slotlied van de avonddienst gisteren in onze kerk.

Wees Gij mijn wijsheid, de rust in mijn hart,

bevrijding van wat mij ontstelt en verwart,

de hoop die mij grond geeft als alles verdwijnt,

het duister me aangrijpt, de zon niet meer schijnt     NLB 263  Avondlied.

Ik wens u en jou een fijne week onder de zegen van de Heer,  Bekesseg Istentol

Ds. Wouter