Voor ons kabbelt in het najaarszonnetje de Kromme Rijn rustig voort. Het is vrijdagmiddag. Zojuist hebben we een korte wandeling gemaakt langs deze oude kronkelende rivier. Daarna vonden we dat we wel een kop koffie met iets lekkers hadden verdiend. Terwijl we genoten van het gebak en het voorrecht om hier gewoon even te kunnen zitten, komt er iemand voorbij suppen. Misschien vraagt u zich af wat dat nu weer is. Suppen is deze zomer razend populair. Het woord betekent ‘stand up paddle’. Je staat dus op een board op het water je evenwicht te bewaren en ondertussen ook nog te paddelen. Het is ontstaan op Hawaii door de lifeguards die op hun surfboard gingen staan om de beginnende surfers beter in de gaten te houden. Natuurlijk zijn hier weer speciale boards voor ontwikkeld en dezen dragen de deftige naam  SUP-board. Ze kosten ‘maar’ driehonderd euro of nog een beetje meer. Het is maar dat je het weet. Af en toe komt er ook een tweepersoonskano voorbij en mensen wandelen vrolijk door het prachtige landschap van Rhijnauwen. En wat zien we daar? Enkelen wagen het erop om te gaan zwemmen. Ik vind de wind nog wat dun en fris. Maar goed, de zwemmers zijn onder water en dat water is wellicht lekker op temperatuur.

Even later lopen we aan de andere zijde van de rivier terug naar de heilige koe. Toch nemen we halverwege nog even plaats op een bankje in de zon. Gewoon omdat het kan. Achter ons is een groot groen grasveld waar een flink aantal mensen op gepaste afstand lekker op een kleedje in de zon ligt. We kijken naar een Fuut met twee jongen. We bestuderen het gedrag en zien dat de moeder op kleine afstand de jongen in de gaten houden. Bij een Fuut zie je vaak dat de jongen lekker meevaren op de rug van vader of moeder Fuut. Dezen zijn al iets te groot daarvoor. Ik mijmer erover dat een Fuut nooit naar een ziekenhuis hoeft. Ze maakt zich waarschijnlijk geen zorgen voor morgen. Ze leeft in het nu, is alert en zorgzaam. Verder dobbert ze lekker, hapt een visje uit het water van de rivier. Ze kent de naam van de rivier niet en weet ook niet dat deze 28 kilometer lang is en er al was in de tijd van de Romeinen. Dat lijkt me wel een heerlijk bestaan. Eens zal een Fuut ook doodgaan. Misschien door een natuurlijke vijand of door de mens of door de vervuiling. Het deert haar nu niet. Ze geniet van haar nakomelingen en van de zon op haar statige gestalte.

U begrijpt wel dat we genoten. Van even samen in de natuur zijn zonder iets te moeten, word je een beter mens. Eigenlijk is dit nu een groot cadeau. Ik had aan de chemo moeten liggen ergens in Duitsland. Het ging niet door en dat had te maken met een verdenking van Corona. Eerst vond ik dat vervelend, maar het is zoals het is en we proberen deze verandering maar om te buigen tot iets moois. Immers de zon schijnt en ik voel me elke dag iets beter en sterker. Nu moet ik me maandag om negen uur melden voor de kuur. Spannend hoe het zal gaan. Maar deze dagen hebben we al weer en we genieten van de mooie nazomer en de prachtige natuur.

Ik sluit graag af met een paar woorden uit Lied 8b uit het Nieuwe Liedboek

Ruik een bloem, ruik een vrucht,

ruik de geuren in de lucht,

geuren ontelbaar zweven af en aan.

Onvoorstelbaar wonderlijk gedaan.

Heer, hoe heerlijk is uw naam!

Ds. Wouter